Een veelgestelde vraag is hoe we zwanger zijn geworden. Nee, we zijn niet met elkaar naar bed geweest. Duh. Al waren er mensen die zich dit serieus afvroegen. Hoewel we elkaar echt wel lief vinden, was dit gelukkig voor ons alle vier een no go. Wij zijn toch wel echt lesbisch en Oskar & Jan toch echt homo… Wel konden we gelukkig vrij makkelijk zwanger worden door gewoon thuis te insemineren zonder hulp van een arts. Dit heet ook wel zelfinseminatie of thuisinseminatie.
Het voordeel is dat het veel geld scheelt en het voor ons wat liefdevoller, minder medisch, voelde. Dit kan echter alleen als je goed contact hebt met elkaar en gemakkelijk toegang hebt tot ‘vers zaad’. Bijvoorbeeld bij een bekende donor. Of in ons geval, bij co-ouderschap.
Vraag je je af hoe zo’n thuisinseminatie nou gaat? We leggen het graag uit en delen onze eigen tips.
1. Testen.
Als eerste hebben we ons allemaal laten testen op SOA’s en de mannen hebben de kwaliteit van hun zaad laten onderzoeken. Want inseminatiepogingen doen wanneer je eigenlijk helemaal geen goede ‘zwemmers’ hebt, is best zinloos.
2. Cyclus bijhouden.
Het is handig om een tijdje voordat je wilt beginnen met insemineren alvast je menstruatiecyclus bij te gaan houden. Ik gebruikte de app Flo. Héél handig want die vertelde me ook al meer over mijn vruchtbare dagen.
3. Foliumzuur slikken.
Het is aanbevolen om foliumzuur te slikken als je (bijna) zwanger bent. Dus als je er toch mee bezig bent, waarom niet vast slikken? Zowel de moeder als de vader. Die supplementen kun je gewoon bij de drogist kopen, dus niets ingewikkelds.
4. Ovulatietesten.
Gemiddeld genomen heeft een vrouw haar eisprong halverwege de cyclus. Je telt je cyclus altijd vanaf de dag dat je ongesteld wordt, dat is dus dag 1. Je vruchtbare dagen liggen dan meestal rond dag 11 t/m 17. Je kunt dus ook een paar dagen voor je verwachte vruchtbare dagen beginnen met ovulatietesten, als je het zeker wilt weten wanneer je een eisprong hebt.
5. Wanneer insemineren?
Elke maand heb je natuurlijk één eisprong de kans om zwanger te worden. Om de kans op zwangerschap te vergroten, kun je rond die sprong drie inseminaties doen, met telkens éen dag ertussen. Dat is het beste voor de zaadkwaliteit (de man mag dus telkens één tot twee dagen voor de ‘donatie’ niet klaarkomen). Een zaadcel leeft tot wel 72 uur in de baarmoeder, maar een eicel leeft maar 12-24 uur. Dus je wilt eigenlijk dat de zwemmers al klaarliggen voor dat de eicel springt. Daarom doe je 2 inseminaties voor de berekende eisprong en één erna. Denk je dat jouw eisprong op dag 15 is (bij een cyclus van 30 dagen), dan doe je een inseminatie op dag 12, 14 en dan op 16. Heb je een kortere cyclus (van 28 dagen) dan doe je een inseminatie op dag 11, 13 en 15.
6. Het potje en spuitje.
Er zijn op internet heel veel verschillende inseminatiesetjes te koop. Die hebben wij niet gebruikt, want een simpel potje en spuitje werken ook prima! Gebruik een steriel potje dat je online kunt bestellen of bij de drogist haalt (wij hadden zogeheten ‘urinecontainers’). Maar je kunt ook een jampotje uitkoken zodat het steriel is. En haal bij de drogist of apotheek injectiespuiten zonder naald. Wij gebruikten spuitjes van 10 ML. Zodra het potje gevuld is, kon het zo’n uurtje wachten voordat je er iets mee doet, dan wordt het sperma ook iets vloeibaarder en dat maakt het spuitje vullen weer makkelijker. Moet het nog vervoerd worden, houd het dan op lichaamstemperatuur, bijvoorbeeld in je onderbroek of onder je oksel.
7. Het ‘awkard’ moment.
Er komt natuurlijk een moment dat je het zaad nodig hebt. Hoe jullie dit uitwisselen kun je van te voren afspreken. Bij ons deden Jan & Oskar hun ‘ding’ en wij vervolgens ook met z’n tweeën. Zo kun je er, als je wilt nog wel een (romantisch) momentje van maken. Of niet natuurlijk. Dat is aan jou. Voor de dames geldt: wel nog even je benen omhoog .
Tips:
Ovulatietesten
Die kunnen best duur zijn, zeker als je er elke maand een stuk of 10 gebruikt. Wat je dan bijvoorbeeld kunt doen is de goedkopere (minder gevoelige) gebruiken tijdens de eerste dagen waarop je vruchtbaarder bent en ook maar één keer per dan testen. Als je dichter bij de uitgerekende dag van je eisprong komt, gebruik je de duurdere (en gevoeligere) en ga je evt twee keer per dag testen. Maar staar je er zeker niet blind op!! Ik kon zwaar gefrustreerd raken wanneer ik wéér geen smiley plaste. En in de maand, waar ik uiteindelijk zwanger van werd, had ik helemaal geen positieve ovulatietest. Maar omdat we die maand niet zomaar wilde overslaan, dat voelde namelijk helemaal als een verloren maand, hebben we toen toch maar een inseminatie gedaan. And guess what… van die inseminatie werden we zwanger!
Temperaturen
Je kunt ook je lichaamstemperatuur dagelijks meten, in de ochtend voordat je uit bed stapt. Je temperatuur kan je namelijk ook veel vertellen over je eisprong. Stijgt je temperatuur namelijk zo’n 0,2-0,5 graden, dan heb je als het goed is een eisprong. Dit trucje kun je dus tegelijk met de ovulatietesten doen, want het is toch een kleine moeite.
Het inseminatiespuitje vullen
Wijzelf hadden afgesproken dat we het spuitje al gevuld kregen, dan hoefden we zelf niet met dat kwakje aan de slag. Voor ons allemaal minder gênant. En over dat vullen zelf: Het klinkt misschien logisch, maar op ‘moment suprême’ vergeet je soms door de spanning dit soort dingen. Je vult het spuitje door het goedje op te zuigen uit het potje. Probeer het er niet in te gieten. Dat geeft zo’n zooi… 😉