Ik wist het altijd al: Ooit wil ik graag kinderen. De woorden die in deze zin opvallen zijn ‘ooit’ en ‘graag’. Wanneer is het moment geweest dat mijn wens zo groot werd dat ik concrete stappen zette? Wat heeft er moeten gebeuren? Er zijn van die ijkpunten in het leven die, gevoelsmatig, het begin zijn van een nieuwe levensfase. Het lijkt wel alsof elke fase zijn eigen normen en waarden heeft. Mijn eigen zoektocht naar het antwoord is soms confronterend en soms verhelderend. 

Je ontmoet zijn ouders voor de eerste keer

Natuurlijk dacht ik op dit moment niet aan een kind. Ik was zo stapeldol verliefd op hem dat de rest van de wereld mij geen zak interesseerde. Het klinkt supersuf maar wij schreven gedichten en lazen die aan elkaar voor. Wanneer het kon, doken we het bed in en gingen de wereld ontdekken die samen zo anders was dan voorheen. Een kind? ‘Het zou met deze jongen zeker kunnen’, dacht ik wel eens, maar geen haar op mijn hoofd die ook maar een seconde serieus was.

De houdbaarheidsdata van de relaties van mijn vrienden blijken keer op keer korter

Was het stranden van de derde serieuze relatie om mij heen een teken? Het zou kunnen dat ik daardoor besefte dat mijn relatie tamelijk stabiel was, wat in theorie ruimte biedt om een kind op te voeden, maar ik was nog lang niet uitgespeeld. Ik had het veel te druk met plezier maken, het recordbedrag van de kroegrekening van de voorgaande maand te verslaan, zonder studieschuld met een bul de uni te verlaten (bul wel, schuld niet geheel gelukt), carrière kansen te pakken (kan ik ook een blogpost aan wijden) en te reizen. Ik had er schik in om af en toe rond te roepen dat het idee van een kind mij aansprak. Voor het eerst realiseerde ik mij dat ik het heerlijk vond om daar mijn omgeving mee te shockeren. Het was onschuldig om met dat idee te spelen, want niemand verwachtte dat ik er een consequentie aan verbond. Jullie een kind? Het past toch niet? Bovendien, hoe moet je dat praktisch doen? Op veilige afstand bleef het idee een ver-van-mijn-bed show.

 

Oskar en Jan 2007_blog homo kinderwens

 

Je koopt je eerste huis

Bij ons is dit een beetje een raar verhaal. Je bent jong en je wilt wat dus ik had bedacht dat het slechts een sociaal construct was dat je eerst een huis in Nederland koopt alvorens überhaupt overweegt om een vakantiehuis in het buitenland te kopen. Mijn vriend is de saaiste niet dus hij vond het ook wel een spannend idee om dat pad niet in die volgorde in te slaan.

huis Frankrijk_le montet_oskar en jan

En wat er in je kop zit, zit niet in je kont (amai, vergeef me de woordkeuze) dus zo geschiedde dat ik met 25 jaar, mede eigenaar was van een krot in het buitenland en mij bezig hield met dingen die ik voorheen alleen gepensioneerden zag doen. Denk aan het dilemma welke gazonmaaier te nemen. Je zult misschien verwachten dit het huisje-boompje-beestje was waar ik mijn koters door de boomgaard zag rennen. Klopt! Ik stelde mij in geuren en kleuren een vol familiehuis voor me. Alleen vulde ik dat huis in de vakanties evengoed met mijn zonder uitzondering vrijgezelle losgeslagen vrienden. Die zijn stuk voor stuk leuk, maar een didactisch verantwoorde omgeving voor een kind vormen ze niet. Met hen is de sfeer telkens zo leuk, dat ik geen tijd heb om de idee van een gezin te overwegen.

De eerste vrienden krijgen kinderen

Toen brak het moment aan dat de eersten in mijn omgeving kinderen begonnen te krijgen. Een van mijn beste vriendinnen is zelfs ongepland zwanger geraakt. En over mijn kalverliefde vriendinnetje op de middelbare school die ik nooit meer zag, hoorde ik dat zij met haar vrouw of vriendin – wat maakt het uit – ook een kind aan het opvoeden was. Onbedoeld begon ik mijn leven te vergelijken met dat van hen. Waren zij misschien gelukkiger dan ik? Hadden zij een leuker leven dan ik?

Die vraag kon ik snel beantwoorden als ik weer een feestelijke nacht op mijn kop in de kroonluchters had gehangen. Aan de andere kant knaagde aan mij het idee dat het leven altijd maar ‘leuk, leuker, leukst’ moet zijn. Zeker in onze scene is dit de algemene norm. Psychiater Dirk de Wachter noemt het de ziekte van deze tijd in zijn Brainwash Talk, terwijl juist een beetje tegenstroming ons zoveel kan brengen. Ik sluit mij aan bij De Wachter die vindt dat we te geobsedeerd zijn met geluk. We lijken niet te kunnen accepteren dat het dagelijkse leven af en toe een klein beetje gewoon en een klein beetje lastig is. Gewoon gelukkig is niet voldoende. Het moet fantastisch gelukkig zijn, zelfs ongelooflijk voor de meesten. Dit streven naar een onmogelijke regen van geluk zorgt voor veel miserie, depressie en vermoeidheid. Liefde komt niet als iedereen zich geweldig voelt en bonussen binnen harkt. Door alles wat er gebeurt in mijn leven, ontdek ik dat juist de lastigheden van het leven aanleiding geven tot liefde. Want juist als het leven een beetje moeilijk wordt, heb je de ander nodig en waardeer je elkaar en het samenzijn meer. De hordes van het leven leiden gek genoeg tot verbondenheid. En verbondenheid vind ik een duurzaam soort geluk.

Ons werd ‘de’ vraag gesteld

Ze was een kennis en had met haar vriendin een kinderwens. Dus toog ik met Jan naar haar toe om het er over te hebben. Ze had nogal uitgesproken meningen over de opvoeding en was daar fel en standvastig in. Dat vonden wij althans. Onderwerpen als geloof en carrière kwamen aan bod. We lagen duidelijk niet op één lijn en dus bleef het bij die ene avond. Onze levensinstellingen lagen zo ver uit elkaar wat mij het idee gaf dat co-ouderschap een utopie was. Deze ervaring heeft mij er in ieder geval niet toe bewogen om mijzelf actiever op te stellen. Wij wisten voortaan wat we niet wilden.

Je hebt bijna alle ‘must do’s’ aangevinkt

Ik was verre van ongelukkig en ging lekker door. De wereld is onze speeltuin. We doen het allemaal: The Week in Sao Paolo, La Demence in Brussel, Berghain in Berlijn, Circuit in Barcelona, Jackie O’ op Mykonos, we liggen in december bij Posto 8 in Ipanema in Rio de Janeiro en doen de Winter Party in Miami. Ik hou er nog steeds van. Maar hoe meer ik zag en hoe meer ervaringen ik opdeed, hoe meer ik begon te relativeren. Het beviel mij steeds minder dat alles om onszelf draaide.

Persoonlijk mis ik daar het nut van. De zoveelste dikke auto, verre reis, vette club of duur diner werd steeds minder belangrijk. Het ging niet verder dan een herhaling van zetten en thema’s in een wisselend decor. Dat besef maakte bij ons ruimte om buiten de hokjes te denken. In ons geval is dat het hokje dat een homo gelukkig en geslaagd is als zijn auto dik is, zijn reizen ver, zijn clubnachten lang en zijn hotels exclusief. Voor sommigen geldt dat en dat is prima, alleen geldt het niet voor mij. Langzaam dreven de waarden boven waar wij op een diepergaande manier gelukkig van worden. Een gezin is daar onderdeel van.

En daar is de ‘koppelaar’

Het zaadje was geplant, en toen? Mijn vriend en ik zijn strandjutters. Metaforisch gesproken dan. We laten ons doorgaans leiden door wat we tegen komen. Komt er iets op ons pad, dan kijken we wat we ermee kunnen. Die levensinstelling heeft er voor gezorgd dat we zijn waar we nu zijn. Ik had een nachtelijke discussie met een vriendin over wat belangrijk is in het leven. Ik vertelde over mijn inzichten die niet nieuw waren maar waar ik wel steeds prominenter voor uit kwam. Volgens deze schat van een vrouw moest ik in ieder geval eens een kop koffie gaan drinken met twee meiden die volgens haar vergelijkbaar in het leven stonden. Eenmaal thuis was het Jan die zei dat als we serieus iets wilde ondernemen met onze kinderwens, ik deze kans op moest pakken. Het was de strandjutter in hem die zei ‘Laten we kijken waar het ons brengt’. Het heeft ons in contact gebracht met twee geweldige vrouwen die ons op een dienblaadje presenteerden waar we naar op zoek waren!

Universeel moment?

Dit is echter ons verhaal. Volgens mij is er geen universeel moment te bepalen waarop je werk gaat maken van je kinderwens. De één weet van jongs af aan dat hij kinderen wil. Dit beïnvloedt de keuzes die hij maakt vanaf het moment dat hij uit de kast komt. Bij de ander wordt die keuze ingegeven door zijn relatie. Zijn partner wil het graag, hij ziet het ook zitten en laat zich leiden door zijn wederhelft die de kinderwens actief omzet in daden. Sommigen laten zich leiden door wat er op hun pad komt en laten hun acties daardoor bepalen. Acceptatie door omgeving en familie speelt vaak ook een rol. Je moet het ook durven. Of ons eigen hokjes denken: homo’s hebben geen gezin. Ik heb mijzelf daar ook op betrapt, maar wie heeft dat eigenlijk bedacht?

Wij zijn benieuwd of er volgens jou wel een universeel moment is? En wanneer was het moment dat jij concrete stappen zette?

Oskar

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *